Loonsanctie
Werknemer
Gedurende de periode van arbeidsongeschiktheid dient de werknemer zich volledig in te zetten voor de re-integratie. Werkt de werknemer niet voldoende mee aan de re-integratie, dan bestaat de mogelijkheid om het loon op te schorten of stop te zetten. Welke sanctie wordt gebruikt, hangt af van de aard van de weigering. Een dergelijke loonsanctie dient vooraf aan de werknemer te worden gecommuniceerd (dus niet pas bij het moment van loonbetaling). De loonopschorting houdt bovendien in dat als de werknemer de verplichtingen weer nakomt, het loon met terugwerkende kracht dient te worden voldaan.
Werkgever
De term loonsanctie bestaat ook ten aanzien van de werkgever. Uiterlijk bij 93 weken arbeidsongeschiktheid dient de werknemer een WIA-keuring aan te vragen bij het UWV. Voordat het UWV de werknemer keurt op mate van arbeidsongeschiktheid zal zij eerst beoordelen of de werkgever de re-integratieverplichtingen voldoende is nagekomen. Is dit niet het geval (bijvoorbeeld omdat er geen tweede spoor is doorlopen of de juiste formulieren ontbreken), dan zal het UWV een loonsanctie opleggen. Deze loonsanctie is maximaal 52 weken (één jaar). In sommige gevallen dienen er slechts enkele (administratieve) handelingen in orde te worden gebracht. De sanctie zal dan korter zijn of worden ingetrokken, zodra de handelingen zijn volbracht. Indien de re-integratieverplichtingen in het algemeen niet voldoende zijn, zal eerder de maximale sanctie worden opgelegd. Kunt u zich als werknemer niet vinden in dit besluit dan staat er bezwaar en beroep tegen open. Ook kan er een bekortingsverzoek worden ingediend, als in de ogen van u - als werkgever - de tekortkomingen zijn hersteld. Wordt er gevreesd voor een loonsanctie, dan kunnen werkgever en werknemer beslissen de WIA-keuring nog niet aan te vragen.